Vakmanschap: in gesprek met Arnold van Adrichem

Midden-Delfland kun je niet alleen beleven, je kunt het ook proeven.

De volle smaak van melk, echte ouderwetse roomboter, vlees van koeien die een goed leven hebben gehad, karnemelk die gekarnd is in een 60-jaar oude karnton en kazen die gerijpt zijn bij de boer met de smaak van het land. Het is er allemaal nog, je moet het alleen weten te vinden. In het open en groene landschap van Midden-Delfland zijn boeren dagelijks bezig om de mooiste en lekkerste streekproducten te maken. Bewerkt, maar zonder allerlei toevoegingen.

Iedereen die het belangrijk vindt te weten waar zijn voeding vandaan komt, kan terecht bij de boeren in Midden-Delfland. Gemaakt in de buurt (dus korte ketens), vaak biologisch en met aandacht voor het welzijn van de dieren. En ouderwets vol van smaak, zoals het bedoeld is. Daarin herken je het vakmanschap van de boeren uit Midden-Delfland.

In een reeks van zeven gesprekken met boeren uit Midden-Delfland rond het thema ‘Proef Midden-Delfland’ vertellen zij over hun vakmanschap.

Wat betekent vakmanschap voor jou?

Vakmanschap betekent voor mij dat het zo werkt dat het goed loopt met je boerderij en met de dieren. Die voelen zich fijn en presenteren beter in een omgeving die in balans is. Daarbij ligt de focus niet op de hoogste productie, maar op het in controle zijn van alle facetten die deel uitmaken van de bedrijfsvoering: de koe, de bodem, het gras, het gebruik van kunstmest, de kwaliteit van de melk, de biodiversiteit en het bodemleven. Om dat allemaal goed op elkaar af te stemmen is moeilijk hoor!

We streven naar het optimale, niet naar het maximale. Vakmanschap is in beeld hebben hoe de stromen lopen op je bedrijf: hoe zorg je zo goed mogelijk voor de koe, hoe zorg je voor zo goed mogelijke mest die goed is voor de grond, welk rantsoen geef je de koe zodat je melk zo goed mogelijk is, op welk moment maai je, zodat het gras zo goed mogelijk is voor de koe? Het boerenvak is een heel technisch vak.

Ieder voorjaar krijg ik van de onafhankelijke Stichting Milieu Keur een Kringloopcertificaat. Die helpen me om te werken aan een balans in het systeem op de boerderij.

Hoe leer je vakmanschap?

Volgens mij leer je vakmanschap in de praktijk: door te doen, door mee te doen met studieclubs en door veel te lezen. Ik heb zelf de middelbare landbouwschool gedaan, maar veel van wat ik daar geleerd heb gaat niet meer zo. Belangrijkste is volgens mij goed kijken naar wat er op je bedrijf gebeurt.

Tot zo’n 15 jaar geleden werkte ik alleen op basis van analyses. Dan kreeg ik cijfers over hoe het met de koe ging, of over vetgehaltes en andere zaken in de melk. Nu zijn er veel meer zaken waar ik op let.

Zo wordt elke drie dagen de melk bij ons opgehaald en heb ik binnen één dag cijfers over de kwaliteit van onze melk. Dat biedt ons de mogelijkheid om de voeding van de koe aan te passen, mocht hij bepaalde voedingstoffen missen. De invloed van de seizoenen is bijvoorbeeld groot. Nu het gras groen en sappig is, is het ook eiwitrijk. Als het gras droger is, dan zit er meer energie in (koolhydraten en suikers).

Ik kijk naast de cijfers ook naar de koe zelf: hoe dik of dun is die, hoe is de kleur van zijn vacht, hoe vaak herkauwt de koe zijn voedsel? Als hij minder dan 50 keer kauwt voordat zij het doorslikt, dan zit er te weinig structuur in zijn voeding. Ik kijk ook of de koe genoeg eet, hoe zijn conditie is.

Ook let ik op de kleur van het gras. Is die lichtgeel, dan is er een tekort aan stikstof, wat is de structuur van het gras en hoe is de samenstelling van het grasland.

Het kuilgras dat we maaien verpakken wij op onze boerderij in ronde plastic balen. Die balen worden gelabeld, daardoor weet ik wanneer het gras gemaaid is en weet ik ook de voedingswaarde ervan. Zo kan ik de koe precies de voedingswaarde geven die hij op elk moment nodig heeft.

En ik kijk ook naar de kwaliteit van de bodem. Elke vier jaar wordt er vanuit het project ‘Bodem is basis’ een bodemmonster genomen. Daardoor weet ik de samenstelling van de grond en het aantal wormen, aaltjes, het gehalte organische stof. Voor dat laatste is het zo belangrijk dat we werken aan blijvend grasland. Door de grond niet te veel te verstoren, krijgen de wortels de tijd om te verrotten en de grond te voeden.

Hoe komt vakmanschap terug in producten die jij maakt?

Ik zie het terug in twee zaken: in de cijfers en in kwaliteit.

De cijfers laten zien hoe het gaat met de gesloten kringloop op mijn boerderij. Als ik het heb over kwaliteit dan doel ik bijvoorbeeld op de leeftijd van de koe. De levensduur van een koe is belangrijk. Oude koeien zijn rendabeler. Als een koe zes jaar lang melk geeft, dan heb ik ook minder jongvee nodig om de veestapel in stand te houden.

De kwaliteit van onze melk is af te lezen aan de gehaltes van voedingsstoffen in de melk en in de houdbaarheid. Onze melk gaat voor 95% naar Campina. We leveren ‘Planet Proof’ melk. Vijf procent gaat naar onze eigen coöperatie Delflandshof, die we lokaal, in Midden-Delfland, verweken tot verschillende vormen van zuivel.

Hoe past vakmanschap in deze tijd?

Vakmanschap wordt eigenlijk alleen maar belangrijker. Er zijn meer regels en meer eisen en dat betekent ook meer uitdagingen voor het bedrijf. Vroeger was het zo dat als je niks kon, je altijd nog boer kon worden. Dat is niet meer zo!

Ik weet nog goed dat mijn vader, die ook boer was, voor de mei-telling één keer per jaar vijf vragen moest invullen over de boerderij. Nu zit ik een deel van de dag achter de computer om administratie te doen (bv. borging, risicoanalyses). Ik ben dus niet alleen boer, maar ook veel meer ondernemer geworden. We zijn tegenwoordig hoogopgeleide personen. Ze dienen om te kunnen gaan met data, met alle elektronische apparatuur en met steeds meer machines.

Hoe proef ik vakmanschap?

Kenmerkend aan de kwaliteit van de zuivel van Delflandshof is dat we de structuur van de melk intact laten: we halen er niks uit en we voegen er niks aan toe. We homogeniseren niet (we maken de vetbolletjes in de melk niet stuk), we pasteuriseren wel.

Ons vakmanschap komt ook terug in de kleine voetafdruk. Het is een streekproduct dat we leveren aan consumenten in Midden-Delfland en in de steden om ons heen.

Streekproducten zijn om twee redenen belangrijk: ze zorgen voor de verbinding tussen stad en land én het is een antwoord op schaalvergroting. Hoe mooi is het als onze zuivel op tafel staat bij een gezin dat op 5-10 kilometer woont van waar het gemaakt is. Als je als boer 5 of 10 cent meer krijgt voor je product omdat je het lokaal kan leveren in plaats van het mee te geven aan Campina, wordt het voor de consument wellicht een fractie duurder, maar je behoudt wel de boeren in Midden-Delfland. Door het maken van streekproducten hoeven we dan geen grote boerderijen te hebben in dit gebied. De toegevoegde waarde van een streekproduct is dat het kleine ondernemers de kans om hun bedrijf in stand te houden. En die kleine boerenbedrijven hebben vaak wat meer relatie met het landschap.

Dit alles gaat volgens mij bepalen hoe Midden-Delfland er over 20 jaar uitziet. Dat hebben niet zoveel mensen door, maar het is wel zo. De relatie stad-land vind ik belangrijk. De stad en zijn inwoners hebben invloed op hoe het platteland van Midden-Delfland eruitziet, hun directe omgeving. Dat doen ze door streekproducten te kopen en door het gebied te bezoeken voor recreatie. Op die manier blijven ook daar de horeca en de terrasjes open. Het is dan ook belangrijk dat we veel bewoners betrekken bij Midden-Delfland. Zij dienen te beseffen dat ze invloed hebben op hoe hun omgeving eruitziet, dat zijn niet alleen de bestuurders.

Wat is de prijs van vakmanschap?

Dat is eigenlijk niet goed uit te drukken. Het economische resultaat zegt uiteraard iets over de continuïteit van een bedrijf. De kosten van het vakmanschap zitten voor mij ook in hoe de omgeving eruitziet. De boer heeft een belangrijk rol in het onderhouden van het landschap.

Soms zou ik Midden-Delfland wel eens los willen weken van de wereldeconomie. Er is geen gebied meer geschikt voor streekproducten dan Midden-Delfland. We zijn een groen gebied met 2,3 miljoen inwoners om ons heen. Geef de boer hier 5 tot 10 cent meer voor zijn liter melk. Dan heeft die geen 200 koeien nodig. Hij kan dan zorgen voor het veiligstellen van de voedselzekerheid voor de steden om Midden-Delfland heen. In enkele grote buitenlandse steden praten stad en platteland daar al met elkaar over. Ik verwacht dat beschikbaarheid van voedsel een belangrijk thema wordt van de toekomst.

Verkoop

Benieuwd naar de melk van Delflandshof? Je koopt deze o.a. bij Hoeve Bouwlust, Boeregoed of bij de lokale PLUS of JUMBO.

Kijk hier voor alle regionale verkooppunten